PHILIPPE ROBRECHT - 2020

 


Een mens staat er niet altijd bij stil hoe snel de tijd vliegt, maar het was toch echt even schrikken bij de mededeling dat Philippe Robrecht met een nieuwe plaat kwam: je begint dan na te denken hoe lang het geleden is dat je iets gehoord hebt van een kerel die je altijd hebt kunnen appreciëren, maar die niet meteen voor één gat te vangen was. Blij dus,heel blij, dat Philippe, die kennelijk het grijze en benepen Vlaanderen geruild heeft voor het groene en weidse Ierland, terug aan het musiceren is gegaan -al weet ik eigenlijk helemaal niet of hij daar ooit mee gestopt is-, en dat onze nationale radio best wel wat draaibeurten veil heeft voor single “Laat het zijn”.

De nieuwe plaat valt eigenlijk in twee delen uiteen: elf nieuwe nummers en elf remakes van ouder werk, helemaal in de folksfeer, wat natuurlijk niet helemaal onbegrijpelijk is voor iemand die naar Ierland is gaan wonen. Vaststelling nummer één: die heerlijke, gruizige stem van Philippe is helemaal intact gebleven en heeft zelfs nog wat aan diepgang gewonnen. Die stem was destijds de reden, waarom ik zelden een CD of single aan mij voorbij liet gaan, al moet ik toegeven dat dat soms niet helemaal van harte gebeurde: ik vond heel vaak dat er meer in zat dan getoond werd en dat heeft vast te maken met het feit dat ik lang, lang geleden een paar keer de kans had -en greep- om Philippe met zijn maats in hun Ballathum-gedaante aan het werk te zien: daar en toen zag je Robrecht ontbolsteren tot een muzikant, die plezier had in het spelen en die van een optreden een feest wilde maken.

Potentie zat dus en dat is vandaag helemaal af te lezen en luisteren met deze nieuwe plaat: tweeëntwintig nummers, die bijna vijf kwartier muziek bieden. Bij veel andere artiesten zou ik dan na tien, elf songs vaststellen dat “het wel kan volstaan”. Niet hier, dus en dat heeft zonder enige twijfel veel te maken met de inbreng van Andries Boone, die nog een instrument meer bespeelt dan Philippe zelf, die nochtans ook op zes afklokt. Boone heeft de voorbije jaren ten overvloede bewezen dat hij een geweldig gevoel voor arrangementen heeft en dat hij zich volledig ten dienste van andermans muziek kan stellen mag blijken over de stilaan talloze projecten waar hij aan meegewerkt heeft. Er is nog mooi volk aan de slag op de plaat: Yves Fernandez -we kennen hem van bij Jaune Toujours, El Tattoo del Tigre en Hooverphonic- blaast op bugel en trompet, Marc De Maeseneer -hoeft die nog voorgesteld te worden? Ik denk het niet- is op sax te horen op een paar nummers en Philip Masure leende zijn gitaar voor “De Zee”. Ierse copains Des Cafferkey en Joseph McNulty zorgen met hun fluit- en bodhran voor nog meer Ierse klankkleur en de optelsom van al dat fraais is 72 minuten heel mooie muziek, waarin stem en teksten evenveel aandacht opeisen als melodie en arrangement.

Nu ik de plaat een tiental keer gehoord heb, ben ik er echter nog niet uit waar mijn voorkeur naar uitgaat, de nieuwe nummers of de herwerkingen. “Storm”, “Magie”, “Dwarsligger”, “Vurige Tongen”…ze hoeven al heel lang hun kwaliteiten niet meer te bewijzen en dat wordt door de nieuwe arrangementen extra in de verf gezet: daar zitten nummers tussen, die je in ongeveer alle mogelijke stijlen zou kunnen herwerken en die toch overeind blijven. Dat zijn dus straffe songs, maar als ik van het nieuwe werk “November”, “Laat het Zijn” of “Ooit” hoor, stel ik net hetzelfde vast: ondanks alle succes dat Philippe ooit gekend heeft, vind ik hem nog altijd zwaar onderschat en, al weet ik niet of deze nieuwe plaat al dan niet een poging is om een wat sluimerende carrière nieuw leven in te blazen, zou ik het bijzonder fijn vinden als ze de aanleiding zou blijken te zijn tot wat bij een vorige beurt te weinig gebeurde. Dat de zanger en liedjesschrijver Philippe Robrecht eindelijk helemaal ernstig genomen zou worden en naar waarde geschat. Welkom Terug, Philippe!

(Dani Heyvaert)

 

Artiest info
Website  
 

label: Jamala Records

video